door Henk van Blerck, gast-conservator BGM
In de twintigste eeuw is Nederland ingrijpend gemoderniseerd. Daarbij werd het landschap, ook in Brabant, voor een groot deel ontgonnen en opnieuw ingericht. Zo veranderden de akkers en weides van het historische landschap, maar ook veel heidevelden en moerassige gebieden – ‘woeste gronden’- in efficiënte productieve landbouwgrond. Voor 70 % van Nederland gebeurde dat via ‘ruilverkavelingen’. Die waren een enorme impuls voor de ontwikkeling van het moderne welvarende Nederland en ze zijn ook een stimulans geweest voor de ontwikkeling van een vernieuwd landschap.
Boeren kregen enkele grote kavels in plaats van vele kleine. Hun grond, die tot die tijd vaak te nat was en moeilijk bereikbaar, werd met een efficiënt slotenpatroon ontwaterd en nieuwe verharde wegen werden aangelegd. En langs die wegen kwamen nieuwe bomen en andere beplantingen.
Daartoe werd bij het Staatsbosbeheer een kleine afdeling opgezet die de ontwerpen van ‘landschapsplannen’ maakte. Het betreft honderden ontwerpen. Alleen al in Brabant werd tussen 1946 en 1976 voor zo’n 70 ruilverkavelingen landschapsplannen gemaakt. Miljoenen bomen en struiken werden zo geplant.
Toen ik in 1985 in Wageningen afstudeerde als landschapsarchitect heb ik enkele van die ontwerpers van de landschapsplannen gesproken. Zij waren toen met pensioen en vertelden mij over hun werk. Ze namen me me ‘het veld in’ en in het landschap legden ze aan mij uit waarom ze op de ene plek voor eiken hadden gekozen en op andere plek juist voor populieren of essen. Iedere soort boom past weer bij een andere bodem en grondwaterstand. Ook legden ze uit dat ze in het ene deel van Nederland veel beplantingen hadden voorgesteld en in andere juist heel weinig. Zo bleef er ook na de ruilverkavelingen verschil tussen de weidse terpenlandschappen in het Noorden en de besloten landschappen van de zandgebieden.
Ik heb veel van die ontwerpers geleerd en in de dertig jaar die ik daarna als landschapsarchitect werkte bleef ik volgen hoe de bomen van hun ontwerpen opgroeiden. Vijf jaar geleden startte ik met een promotie-onderzoek bij Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. De voornaamste drijfveer achter deze studie is mijn fascinatie voor de beeldbepalende beplantingspatronen die in het Nederlandse landschap van de ruilverkavelingsperiode (1943-1976) zijn aangeplant. Toen kreeg het landschap een nieuwe cultuurtechnische inrichting. Toch is de grote variatie in het Nederlandse landschap herkenbaar gebleven. Voor een belangrijk deel is dit toe te schrijven aan de landschapsplannen. Hoe hebben de ontwerpers van de landschapsplannen dat voor elkaar gekregen? Hoe hebben zij hun landschapsplannen opgebouwd in de verschillende delen van Nederland?
In de eerste week bleek dat al de ontwerptekeningen bewaard waren gebleven en beheerd worden bij de universiteitsbibliotheek van Wageningen. Dat was een groot geluk! Ik ging op onderzoek uit en vergeleek de oude plankaarten met huidige landschap. Welk verhaal hebben zij via al die landschapsplannen tot uiting willen brengen en is dat verhaal nu nog herkenbaar? Er blijkt nog ontzettend veel van die oude ontwerpen terug te vinden!
Ik raakte steeds meer onder de indruk van de samenhang die ik in de reeks van ontwerpen herkende. Kunnen we die reeks landschapsplannen als één samenhangend landschapsplan voor de verschillende delen van Nederland zien, bijvoorbeeld voor Brabant? Of zelfs voor het hele land? Dan zouden ze samen wel het grootste ‘kunstwerk van Nederland vormen.
Op een feestje werd ik weer eens gevraagd om uit te leggen wat ik nou eigenlijk aan het bestuderen was. Ik vertelde over al die bomen die in heel Nederland via die landschapsplannen zijn aangeplant in die dertig jaar tussen 1946 en 1976. En dat we daar allemaal iedere dag doorheen lopen, fietsen of rijden. Dat ze in veel gebieden nu beeldbepalend zijn voor het landschap. Ik zei ineens: “eigenlijk zijn al die bomen samen een groen maatpak voor Nederland gaan vormen!”
Sinds die tijd ben ik die term blijven gebruiken. Ook in Brabant waar de provincie zeer geïnteresseerd was. In de loop van 2019 deed ik mijn onderzoek speciaal gericht op de landschapsplannen van Brabant. Wat is er dan van dat Groene Maatpak in Brabant terug te vinden? Nou heel veel! En wat nog mooier is: het is allemaal in Brabant begonnen met dat groene maatpak. De eerste landschapsplannen van het land zijn voor delen van Brabant gemaakt: in de Meijerij en de Kempen.
Inmiddels kun je de ontworpen landschappen van Brabants Groene maatpak zelfs al als cultureel erfgoed zien. Dat geldt niet alleen voor die oudste plannen, maar ook voor de landschapsplannen die daarna werden opgesteld. Daarin werd vormgegeven aan een Brabants parklandschap. We kunnen het zien als een geschenk waarop we kunnen voortbouwen. Er blijken tal van mogelijkheden te zijn om dat Groene Maatpak in Brabant in te zetten bij belangrijke uitdagingen van deze tijd. Gaat u mee op zoek naar Brabants Groene Maatpak? Maak er samen een Groen Maatpak voor onze toekomst van, toegankelijk, eerlijk, welvarend, gezond, levend en met historische identiteit. Laten we het uitleggen, verstellen, verstevigen voor de schoonheid van Brabants parklandschap. Laten we weer veel bomen planten in dit groene woud.
archiefbeeld: commons.wikimedia